

Deze pronkboon heeft werkelijk schitterende bloemen. Hij is voor het eerst beschreven in 1827 in de flora van Rio de Janeiro en wordt nu nog steeds geteeld in zowel de moes– als de siertuin.
Pronkbonen hebben dezelfde groeiwijze als stokbonen. Ze zijn wel veel beter tegen koud weer bestand en daarom zaai je ze al vanaf eind april. De uiterste zaaidatum is eind juni. Zaai ze direct ter plekke of zaai ze binnen in potjes. Je kunt ze buiten uitplanten als de planten zo’n 8 cm hoog zijn. Zoals gezegd teel je ze als stokbonen. Steek 3 of 4 stokken schuin in de grond en bindt de bovenkanten aan elkaar vast. De afstand tussen de stokken is 60 cm. Zaai bij iedere stok 3 zaden of plant er drie jonge pronkboonplanten.
Om het deze plant naar de zin te maken is het belangrijk in de voorafgaande herfst flink te bemesten met organisch materiaal.
Pronkbonen kun je jong eten als sperzie– of snijboon. Oogst ze voor deze toepassing als ze 10 –15 cm lang zijn. Laat je ze doorgroeien dan kunnen ze een lengte van 30 cm bereiken! De peulen zijn dan te vezelig om te eten, maar de gedopte bonen zijn wel smakelijk.
Inhoud: ca. 20 gram